Iedereen heeft een ego. We zeggen wel eens dat iemand een groot ego heeft. Wat betekent dat eigenlijk? Is dat goed of juist een teken dat iemand lange tenen heeft? In deze blog sta ik stil bij de oorsprong van het ego, de functie, de problemen die het veroorzaakt en hoe we, door ook naar ons hart te luisteren, een betere balans in onszelf kunnen gaan ervaren.
De titel van deze blog is dit keer niet van mij, maar is de naam van het boek van Ywo Lakke. In mijn onderzoek naar de oorsprong van de innerlijke criticus kwam ik op het spoor van zijn motor: het ego. Mijn cliënten (en mensen in het algemeen) zijn vaak gevangenen van hun eigen ego. Al luisterend en pratend ontdekte ik hoe ik ze kon helpen hieraan te ontsnappen. Deze praktijkinzichten combineer ik in deze blog met de kennis die ik verwierf dankzij het boek van Ywo Lakke en het boek Verslaafd aan liefde van Jan Geurtz.
Wat is het ego?
In den beginne was er … geen ego. We worden niet met een ego geboren. Een baby ervaart een gelukzalige symbiose met zijn omgeving. We ontwikkelen het ergens in onze vroegste jeugd zodra we ontdekken dat er een onderscheid tussen onszelf en de ander is. Met het ontdekken van een Ik en een Jij komt het besef dat de ander dus bij je weg kan gaan en dat is een levensbedreigend gegeven voor een hulpeloos kind. Vanaf dit moment wordt een mens gevoelig voor de woorden en non-verbale signalen van een ander en gaat hij deze hanteren als een soort wegwijzer. Het ego creëert ‘leefregels’ om verlies aan verbinding en zorg te voorkomen.
Het ego is een construct, een beschrijving, om inzichtelijk te maken hoe wij mensen in elkaar zitten. Dat we een ego hebben kan niet worden bewezen met behulp van röntgenfoto’s. Sigmund Freud gebruikte voor het ego de term ‘Ich’. Het is een regulerend deel van de persoonlijkheid dat in contact met de omgeving staat via perceptie. Het herinnert, evalueert, plant, reageert en handelt in de fysieke wereld.
De overtuigingen van ons ego
Doordat het ego ontstaat vanuit de angst voor verlating, draagt het de overtuiging in zich dat we niet voldoen. Dat we in onze kern niet goed genoeg zijn. Vanuit dit ‘negatief geloof’ ontwikkelt het een voorraad regels waaraan we dienen te voldoen om liefde te krijgen en afwijzing te voorkomen. Je kunt het vergelijken met een wetboek dat naarmate de tijd verstrijkt alsmaar dikker wordt. De innerlijke criticus heeft als taak ons aan die regels te herinneren en stuurt ons gedrag aan. Hierdoor ontstaan na verloop van tijd gedragspatronen, zoals behagen, perfectionisme en vermijdingsgedrag. Uiteindelijk resulteert dit alles in een imago. Een beeld dat we van onszelf hebben zoals we zijn en zoals we willen dat anderen ons zien.
Er was eens …
Wie waren we dan voordat het ego ontstond? In de spirituele literatuur spreekt men van ‘de ziel’, een ‘hoger zijn’ of je ‘kern’. Ikzelf spreek het liefst over het hart (lees meer in mijn blog: De kracht van het hart omdat het hart duidelijk op een andere plek dan het ego (dat de meeste mensen in hun hoofd en denken waarnemen) zit. Ook dit is een construct, maar misschien herinner jij je, als je naar een baby of heel jong kind kijkt, wie je ooit zelf was. In onze kern zijn we vrijwel allemaal zacht, liefdevol, spontaan, speels, eerlijk, creatief en goed.
Toch zijn we al heel jong gaan geloven dat dit niet voldoende is. Stel je voor dat een kind in zijn spel een tekening op de witte muur in de woonkamer maakt. De kans is groot dat het een standje zal krijgen van zijn ouders. Dit is een pedagogisch correcte handeling. Echter kan het kinderbrein nog niet relativeren of de context begrijpen. Het is zwart of wit. Als het door het standje gelooft dat het niet meer geliefd wordt, zal het in het vervolg het creatieve spel gaan onderdrukken en zijn eigen speelse natuur afwijzen.
Dit voorbeeld is een overdrijving. Meestal zijn er meer standjes nodig om dit effect te bereiken. Bovendien ligt het ook aan de balans tussen bevestiging en erkenning enerzijds en straf en kritiek anderzijds. Een kind dat van zijn ouders voldoende erkenning krijgt, zal meer eigenwaarde ontwikkelen. Het ego hoeft hierdoor als het ware minder te vrezen en dus minder regels en patronen te ontwikkelen.
Dubbele wetten
Door afwijzing van ons natuurlijke ‘zijn’ ontstaat het geloof van tekort schieten. We wijzen daarom bepaalde eigenschappen van onszelf af of vrezen afwijzing door anderen. De regels en gedragspatronen die we hanteren om afwijzing te voorkomen zijn een weerspiegeling van onze omgeving en onze ervaringen: de identiteit van onze ouders, het sociaal milieu waarin we opgroeien, de samenstelling van het gezin, bepaalde traumatische ervaringen, de sfeer op school etc.
Deze regels die we verzamelen kunnen echter botsen. Zo kan je bijvoorbeeld de regel hanteren dat je altijd goed voor anderen moet zijn vanuit het negatief geloof: ik ben niet lief en tevens dat je goed voor jezelf moet opkomen vanuit het negatief geloof: ik ben een doetje. Zie je het dilemma? Zet je de ander op de eerste plaats dan zegt je innerlijke stem: “deurmat!”, kies je voor jezelf dan zegt je innerlijke stem: ‘egoïst!’
Een negatief geloof kan bovendien resulteren in verschillende regels. Zo kan de negatieve overtuiging ‘ik ben stom’ zowel leiden tot perfectionisme als tot spijbelen. In het eerste geval zal men dan de regel ‘je mag geen fouten maken’, hanteren in het tweede geval de regel ‘studeren is voor sukkels’. De laatste regel zal een gedragspatroon laten zien van verzet tegen elke situatie waarin je stom gevonden zou kunnen worden en misschien neem je wel het imago van rebel aan. Bedenk bij dit voorbeeld dat er verschillende mogelijkheden zijn om afwijzing te voorkomen: door je best te doen, maar ook door juist niet je best te doen.
Ons imago als masker
Ons ego streeft naar de erkenning van anderen en in elke levensfase zien we daar voorbeelden van. Zo zal de puber zich in de meeste gevallen zoveel mogelijk proberen aan te passen aan zijn leeftijdsgenoten qua uiterlijk en gedrag. Vandaar dat jongeren zo vatbaar zijn voor trends. Tijdens het ouder worden ontwikkelen we steeds meer een imago, dat zowel gedrag, geloof, smaak, emotie, uiterlijk, interesses, vriendschappen en materiële eigendommen betreft.
De inhoud daarvan wordt sterk bepaald door onze omgeving, ervaringen en eigenschappen. Zo kan voor de één succes betekenen dat hij een vrijstaand huis en een auto heeft. Geeft een ander uitdrukking aan zijn ‘geslaagd’ zijn door verre reizen te maken of opleidingen te volgen. Iemand anders kan het imago van luisteraar of leider hebben. Het zijn allemaal maskers waarachter we onze dieperliggende angst voor afwijzing verbergen.
Oefening: Kijk eens naar jezelf en naar anderen door de imagobril. Wat valt je op? Hoe presenteer jij jezelf qua gedrag, houding, overtuigingen, uiterlijk en interesses en hoe doen anderen dat? Wees niet streng naar jezelf, het is heel normaal dat we een imago hebben. Het kan echter behoorlijk beklemmend zijn om er altijd aan te moeten voldoen.
De voordelen van het ego
Iedereen heeft een ego en we hebben het nodig. In het beste geval is ons ego een adviseur. Hij onthoudt eerdere ervaringen en hecht belang aan de indruk die we maken. Hij vertelt ons hoe ons te gedragen in de maatschappij. Hij vertelt ons wat risicovol gedrag is. Maant ons op te letten in bijvoorbeeld het verkeer en stimuleert ons verbeteringen aan te brengen op bijvoorbeeld het gebied van studie, werk of onze leefstijl. Zo bekeken is het ego zo gek nog niet.
De nadelen van het leven volgens ego-regels
- Ons ego maakt ons in het slechtste geval slaaf van de erkenning van anderen.
- We verliezen ons in het steeds maar bezig zijn met beloning.
- We piekeren over afwijzingen, met als doel die in het vervolg te vermijden.
- We leven niet naar onze hartenwens, maar naar opgelegde regels.
- We spenderen tijd in het beschermen en verdedigen van ons ego.
- We worden geleid door afgunst, angst en wedijver.
- We verliezen energie in het najagen van materiële zaken, in het onderhouden van uiterlijkheden en eventuele relaties die ons geen goed doen. Waarom? Omdat we in alles en in ieders ogen moeten bewijzen dat we ‘goed’ zijn.
Ons ego bijt zich vast in diegene die ons het meest bekritiseert
Wat het ego nooit doet, is leven in het nu en genieten of aanvaarden van wat er is. Het heeft in feite geen vertrouwen in het leven, noch in jou noch in een ander. Het probeert alles te controleren. Het ego rust nooit en dus krijg jij ook geen rust.
Samenvattend:
Onze ego is opgebouwd uit verschillende lagen die onderling van elkaar afhankelijk zijn en elkaar versterken. Hieronder een overzicht:
- Door afwijzing van ons natuurlijke zijn, ontstaat de illusie van tekort schieten en een negatief zelfbeeld.
- De pijn die dit besef ons geeft proberen we te ontvluchten door aan regels te voldoen, die erkenning geven of afwijzing voorkomen.
- Uit die regels volgen denk-, voel- en gedragspatronen
- Ons imago is een van de vele gedragspatronen en dient er bovendien toe om onze onzekerheid tegenover anderen en onszelf te verbergen.
Je bent je ego niet
Met bovenstaande informatie ben je misschien al beter in staat om boodschappen van het ego te herkennen. Daarnaast daag ik je uit te onderzoeken wat jouw hart jou te vertellen heeft. Uiteraard help ik je daarbij. Jouw hart heeft namelijk andere wensen en behoeften dan het ego. Ik zet ze voor je op een rijtje zodat je ze beter hoort:
- Jouw hart of ziel wil zichzelf in het hier-en-nu ervaren.
- Jouw hart ‘weet’ dat het bestaat uit onvoorwaardelijke liefde en goed is, zoals het is.
- Jouw hart ervaart een diep vertrouwen in het leven en volledige zelfacceptatie.
- Jouw hart weet zich verbonden met het universum en dus met anderen.
- Jouw hart is empathisch zonder dit te koppelen aan resultaat of bevestiging.
- Jouw hart is wijs, het draagt een diepere wijsheid of intuïtie in zich die jouw denken overstijgt.
- Jouw hart is rustig, omdat het niets nastreeft, enkel aanvaardt en ervaart wat nu is.
Een kwestie van oefenen
Onderzoek jouw gedachten, emotionele reactie en gedrag en stel de vraag: “Wat is de bron hiervan?” Ligt deze in jouw hart of in jouw ego?
Voorbeeld: stel, jouw partner spreekt zijn ongenoegen uit over een bepaald gedrag van jou. Hoe reageer jij? Schiet je in de verdediging, zeg je dat hij ook wel eens te laat komt, ga je uitgebreid uitleggen wat de oorzaak van je gedrag, beloof je het NOOIT meer te doen? Wat denk je dat de bron achter deze reacties is? Jouw hart of jouw ego?
Hoe zou een reactie vanuit jouw hart klinken? Waarschijnlijk iets in de trend van: “Klopt, ik kom vaak te laat en het spijt me dat ik je laat wachten.” Jouw hart beseft dat je ondanks het te laat komen een goed mens bent. Jouw hart stelt je in staat om je oprecht in te leven in het gevoel van de ander en het hart voelt zich ondanks de kritiek verbonden met de ander.
Mocht je meer willen oefenen, dan vind je in deze Ego observatielijst handige vragen.
Tot slot kun je ook aan de hand van jouw gevoelens herkennen wie er aan het woord is: jouw hart of ego. Als er sprake is van rust, flow, ontspanning of blijdschap, dan doe je iets vanuit jouw hart. Voel je spanning, schuld, schaamte, irritatie of een soort van opgefokte uitgelatenheid, dan is jouw ego de drijvende kracht.
Ons hart
dat wacht, heeft alle tijd
Het slaat niet terug, maar klopt
en staat het stil, dan enkel
vanuit de wil, de ander te zien
Daar hoeft het geen applaus voor
het heeft immers genoeg
lief genoeg
Laat je niet enkel door jouw ego bepalen. Schrijf je dus niet in voor deze blog omdat het moet, maar omdat je ervaart dat het jou goed doet.
blog
Geef een reactie